zondag, oktober 11, 2020

We zijn los

De verbouwing is nu echt begonnen. De metselaar is inmiddels twee weken bezig en dat is te zien. De achtermuur van de schuur is weer hersteld en enkele scheuren zijn gedicht. Ook is een begin gemaakt met het slopen van de schoorsteen. Op de etage van de schuur zijn ooit kamers gemaakt voor druivenplukkers met eenvoudig muurtjes die niet met de grond verbonden waren. Ze waren instabiel en het betekende flink wat gewicht op de houten vloer. De muur onder een draagbalk is door de metselaar verwijderd en zelf heb ik de andere muurtjes verwijderd. Enkele dagen hadden we één hele grote ruimte, maar inmiddels zijn er weer drie kamers en een zolderruimte. De elektricien is begonnen met de leidingen te plaatsen in deze nieuwe wanden. Een gigantische verandering binnen en week tijd.

Komende week wordt ook begonnen met het plaatsen van het microstation en het vervangen van de oude betonplaten door grind. Volgend weekend als het goed is dus een compleet nieuwe aangezicht van het huis. 

















zondag, september 27, 2020

Stilte voor de storm

Na een hectische periode hebben we noodgedwongen even in de wachtkamer plaatsgenomen. De vaklui die de grote werkzaamheden gaan uitvoeren, staan op het punt van beginnen. Vandaar dat mijn tweede verhaal ook even op zich heeft laten wachten. Ook moet ik bekennen dat ik totaal geen zin heb om de laptop aan te zetten als ik aan het klussen, slopen en opruimen ben. We zijn dan ook met van alles en nog wat bezig, maar de grote slag moet binnenkort geslagen worden.


De metselaar begint morgen. Hij zal de omgevallen muur weer gaan opbouwen, enkele scheuren dichten, de schoorsteen afbreken (te smal voor de nieuwe kachelpijpen), de kamer en de keuken van nieuwe vloeren voorzien, natuurstenen muren in de oude staat terugbrengen en opleuken, gipswanden plaatsen in verschillende ruimtes en een nieuwe entree maken voor twee slaapkamers.

Ook staan de werkzaamheden voor een microstation (septic tank 2.0) op het punt van beginnen. Hiervoor moeten de oude betonplaten eruit die nu voor het huis liggen en die kunnen niet heel blijven. Die gaan ze slopen, kapot maken als het ware. “Oh Theo, wat erg!” Valt mee, wij liggen daar niet wakker van. Ze worden vervangen door mooi aangestampt grind, dat aanvoelt als asfalt, maar de charme van grind heeft. Daarbij nemen we dan ook meteen twee overkappingen mee, zodat het één geheel wordt. Als de grondverzetter en de metselaar bezig zijn, zal de elektricien hier wat tussendoor fietsen. Hij heeft inmiddels het hoogstnodige al gedaan, zodat we al enkele moderne stroompunten hebben.

Iets later zullen in de keuken en de kamer mooie Jötul kachels geplaatst worden, de zolders voorzien worden van isolatiemateriaal en alle ramen en kozijnen vervangen worden. Omdat dit energiebesparende werkzaamheden zijn, kunnen we hier subsidie voor krijgen, maar daar hangt natuurlijk een administratief proces aan. De werkzaamheden kunnen pas beginnen als alle stempels en handtekeningen geplaatst zijn. De aanvraag kon pas in behandeling genomen op het moment dat we eigenaar waren, dus dan weet je dat je even geduld moet hebben. De planning is dat het voor de winter klaar zal zijn. De keuken verwachten we begin december, zodat we de Kerst dit jaar hopen te vieren in een prachtige nieuwe oude keuken. We hebben nog nooit zo naar het Kerstdiner uitgekeken.




Het feit dat de dikke werkzaamheden nog moeten plaatsvinden betekent niet dat we hebben stilgezeten. Integendeel, we hebben sinds de voorbereiding van de verhuizing nog geen rust genomen. Het belangrijkste werk is de nieuwe badkamer, die al enkele weken gebruiksklaar is, maar nog niet af. Er moet nog wat gesausd en geverfd worden, er moeten nog enkele extra tegeltjes geplaatst worden, het plafond (van bamboe) moet geplaatst worden en op het gebied van licht en elektra moeten de puntjes nog op de i gezet worden.









Verder zijn we bezig oude leidingen en stroomdraden te verwijderen, troep opruimen en de boel een beetje fatsoeneren. Wat dit laatste betreft was het vrijmaken van één van de overkappingen een flinke klus. Daar lag brandhout onder en heel veel oude wijnstronken, die veel gebruikt worden voor de barbecue, maar door de vorige bewoners van ons huis ook als haardhout. Op zich lag dat mooi droog onder een afdak, maar om hier een mooie grindvloer te kunnen krijgen, moest dit eerst helemaal leeg. We hebben het brandhout elders op het terrein gestapeld en voor de wijnstronken hebben we een ‘gratis af te halen’ advertentie op Facebook geplaatst, aangezien we daar nog meer dan genoeg van hebben. Op deze manier ruimde het mooi op en het leverde ons een uitnodiging voor een borrel op, een kistje met groente en Bram een mooi adresje voor ijzeronderdelen. “Wie goed doet, goed ontmoet” bestaat dus nog steeds.




Ook zijn er flink wat uurtjes gaan zitten in het opruimen van de stenen en puin van de omgevallen muur. Sven Olav en Bram hebben daar in de eerste weken letterlijk een berg werk verzet, maar er bleef nog genoeg over. Voor de periode dat de kamer en de keuken straks bouwputten zijn, hebben we onlangs een vouwwagen opgehaald, die we onder het afdak plaatsen en die enkele weken als onderkomen zal dienen. Het is nog een nette vouwwagen, die straks ook gewoon voor vakanties en uitstapjes gebruikt kan worden. Hebben we goed geregeld, al zeg ik het zelf.

 

woensdag, juli 29, 2020

Weer een nieuw avontuur

We zijn weer aan het klussen en verbouwen, dus de hoogste tijd om nieuwe verhalen op dit blog te plaatsen. Er is de afgelopen weken al het nodige gebeurd, maar ik had nog geen tijd gevonden om er over te berichten. Inmiddels zijn de eerste zandwolken opgetrokken en is het tijd voor het eerste verhaal van weer een nieuw Frans avontuur.


Na ons vertrek uit Nederland in 2005 staan we op het punt ons vierde Franse huis te betrekken. Na de Bourgogne en de Auvergne zijn we nu neergestreken in de Midi-Pyrenees, wat inmiddels is opgegaan in Occitanie. Binnen deze regio zitten wij in departement 81, de Tarn. We zijn in 2018 verhuisd naar het Noordoosten van de Tarn, om vanuit een tijdelijk huurhuis weer een nieuwe stek in de buurt van Albi te vinden. Dat duurde langer dan gehoopt, maar sinds een dikke maand hebben we de sleutel van ons nieuwe huis. Op 11 augustus hopen we te kunnen verhuizen.

Het heeft wat voeten in de aarde gehad deze keer. Nadat we tot nu toe verschoond waren gebleven van Ik Vertrek-taferelen, is dat nu niet helemaal het geval. We hebben het huis vorig jaar juli gevonden, een afspraak voor een bezichtiging gemaakt en meteen na de bezichtiging het huis gekocht. In augustus de voorlopige koopakte getekend en vervolgens moesten we wachten tot 21 december voor de overdracht. Yvonne en ik die dag richting het huis om samen met de makelaar de meterstanden te noteren. Vanuit de schuur zagen we van de zolder van de schuur ineens heel veel licht. Bleek een groot deel van de achtermuur van de schuur op de grond te liggen. Ten prooi gevallen aan een storm die daags ervoor was langs geraasd. In plaats van de akte te tekenen, werd een verlenging van de voorlopige koopakte opgesteld en getekend.

De eigenaresse zou de verzekering benaderen. Het bleek echter dat de bijgebouwen niet verzekerd waren en de verzekering niets uitkeerde. Dat betekende opnieuw onderhandelen over de prijs. In ons geval met de makelaar en deze dame, om het netjes te zeggen, zal bij ons niet op de koffie komen, laat staan op de borrel. We kwamen er uiteindelijk uit, maar nieuwe prijs betekende nieuwe verkoop en dossier overnieuw. Bij boerderijen met een lapje grond betekent dat in Frankrijk minimaal twee maanden wachttijd. Met daarbij nog een scheutje corona kwam de nieuwe overdrachtsdatum op 25 juni. En wonder boven wonder, die dag hebben we getekend en de sleutel gekregen en zijn we eindelijk weer huiseigenaren geworden.

Het betreft in dit geval een oude wijnboerderij uit de negentiende eeuw nabij Gaillac, waar in de afgelopen decennia geen onderhoud aan gepleegd is. Het is dus een gevalletje nieuwe ramen en kozijnen, nieuwe elektra, aanleg micro-station voor de afvoer van toilet, douche en ander overtollig water, nieuwe badkamer, nieuwe keuken, nieuwe vloeren, nieuwe verwarming, nieuwe ketel, plafonds slopen, wanden slopen, nieuwe wandjes plaatsen, stenen muren weer tevoorschijn halen. Een heel nieuw huis in een huis bouwen, zeg maar. We hadden in december al offertes van de verschillende vakmensen en deze zouden in januari aan de gang gaan. Nu zitten ze allemaal tot over hun oren in het werk en worden de grote werkzaamheden in oktober en november uitgevoerd.  We hadden ons zelf beloofd bij een volgende verhuizing in een huis te komen dat nagenoeg af zou zijn, maar het wordt wederom kamperen in ons eigen huis.





We hebben zelf inmiddels enkele tijdelijke luiken gemaakt, het plafond uit de kamer gesloopt, het vrijgekomen balkenplafond vervolgens gezandstraald en het plafond in de keuken gezandstraald. Yvonne heeft het plafond van de kamer inmiddels in de grondverf gezet en is begonnen met het plafond wit te verven. De jongens hebben van meerdere muren de stuclaag gehaald, andere muren ontdaan van behang, de oude badkamer gesloopt, een deel van een schouw gesloopt en zijn flink met de bosmaaier in de weer geweest.



Het belangrijkste werk voor wat betreft het schoonmaken van het terrein is als door onze buurman uitgevoerd. Het gras stond een meter hoog en was alleen met grof geschut klein te krijgen. Maar zelfs dat bleek nog lastig, want in plaats dat er fijn gehakseld gras achterbleef, leek het meer op hooiland. Buurman had al gewaarschuwd er niet meteen met de zitmaaier overheen te gaan, maar het eerst een beetje te laten verteren. Sven Olav had echter enkele plekken gevonden waar het er niet zo dik op lag en probeerde het daar waar het kon met de zitmaaier al wat extra netjes te maken. Het was echter droog en warm en het hooi dwarrelde naar boven, tegen de hete motor van de zitmaaier aan. Een toefje hooi vatte vlam en binnen enkele ogenblikken stonden er enkele vierkante meters in brand. Zelf meteen met emmers blussen en een omliggende hooi weg harken. Tegelijkertijd ook direct de brandweer gebeld. We hadden het zelf net gedoofd toen ze arriveerden, maar ze hebben het toch nog maar even goed nat gespoten om zeker te weten dat het niet opnieuw zou beginnen.

Sindsdien nog geen nieuwe Ik Vetrek-taferelen. De loodgieter is bezig, ik ben zelf begonnen met de badkamer en we hopen volgende week een elektricien te kunnen verwelkomen. Op het moment van verhuizen zouden we dan een douche, wc, warm en koud water en betrouwbare stroom moeten hebben. Omdat we vooral buiten leven moet dat eerst prima kunnen.

dinsdag, augustus 05, 2014

Happy Farmer

De Tour de France startte afgelopen jaar in Yorkshire en deed de eerste dag onder meer het dorpje Aysgarth aan. Het bracht oude herinneringen bij me boven van een vakantie in 1994. Ik was net klaar met school had met mijn studiegenoot en goede vriend Bert een vakantie naar Engeland en Schotland gepland.

Hotel en hostel in Aysgarth
We waren midden twintig, vrijgezel en spuugden alle twee niet in een biertje. De vakanties waarin het gerstenat rijkelijk stroomde hadden we echter al achter ons gelaten. We wilden overdag van onze vrijheid en het landschap genieten en een beetje light culture snuiven. ’s Morgens in de auto stappen en via de kleinste wegen die op de kaart stonden, van youth hostel naar youth hostel. Genieten van het Engelse en Schotse landschap, waarbij we onderweg regelmatig even halt hielden. Soms om alleen even een foto te maken, soms om een bezoek te brengen aan een leuke plaats, soms om een kopje koffie te drinken of om ergens midden in de natuur op een campingbrandertje een cup a soupje te maken of knakworstjes op te warmen. Om vervolgens ’s avonds een youth hostel op te zoeken in een beetje een redelijke plaats qua restaurant- en pub-aanbod. We waren dan wel geen feestbeesten, maar toch wel twee rasechte Bourgondiërs. Er moest ’s avonds wel lekker gegeten kunnen worden om na afloop een lekker afzakkertje te kunnen nemen in een gezellige pub. Omdat de meeste pubs om elf uur sloten bleef het vaak bij twee of drie pints en kropen we bijna iedere avond voldaan in ons bedje, om de volgende morgen na een goede nachtrust en zonder kater te beginnen met een English breakfast.

We hadden voor deze vakantie een Renault 12 gekocht van negentien jaar oud. Ik had inmiddels de beschikking over een “autootje” van het werk, maar die was niet voor vakantiedoeleinden bedoeld en Bert was nog autoloos. We wilden in eerste instantie een auto gaan huren of zelfs een "fly and drive" gaan doen, maar vonden dat toch wel erg prijzig. Toen bedachten we dat we beter een oude auto konden kopen voor een paar honderd gulden en deze na de vakantie weer verkopen. Als het tegenviel had het maar een paar honderd gulden gekost en als het meeviel konden we hem misschien met winst verkopen en hadden we de verbraste benzine weer terugverdiend. We kochten uiteindelijk een rode Renault 12 voor 700 gulden. Na de vakantie heeft Bert de auto nog enkele maanden gebruikt om naar zijn werk te rijden en daarna hebben we hem meegegeven aan een oud ijzer-boer. Een auto huren was meer dan twee keer zo duur geweest en dit was een stuk avontuurlijker.

Met de Renault 12 zijn we op ons gemakkie naar Calais gereden, waar we ons koepeltentje hebben opgezet op een camping. Vervolgens vroeg uit de veren om de laatste nachtboot naar Dover van vijf uur te nemen. Op de boot onze eerste English breakfast en voor zeven uur reden we op de Engelse wegen met een hele dag nog voor ons. Doordat we vroeg waren, was het mooi rustig op de weg en konden we mooi oefenen om links te rijden. Het was natuurlijk even wennen en je dwong jezelf om heel geconcentreerd te zijn, maar al met al viel het best mee. We waren bang voor de vele roundabouts die Engeland destijds al rijk was, maar ook dat viel reuze mee, omdat je bij het naderen van een rotonde al naar de linkerkant wordt geleid. Je moet wel een hele rare bocht maken wil je 'm nog rechtsom nemen. Bij T-splitsingen op secundaire wegen was het nog het meest opletten, omdat je dan de neiging had na het afslaan aan de rechterkant te gaan rijden. En op de allerkleinste wegen moest we goed opletten niet naar rechts te gaan als er een tegenligger aankwam.


We hadden een boekje aangeschaft waarin alle youth hostels in Groot-Britannië vermeld stonden. ’s Morgens zochten we een hostel dat zo’n 200 kilometer verderop gelegen was en daar moest de reis dan naartoe gaan. Het moest natuurlijk wel op de route liggen naar Schotland, anders rijd je ook maar doelloos alle kanten een beetje op… Omdat we ’s avonds dus wel een beetje vertier wilden hebben zochten we, zoals gemeld, hostels op in een beetje behoorlijke plaatsen. Soms lukte dit niet en dan kozen we voor een enkele keer een Bed & Breakfast als overnachting en soms namen we genoegen met weinig tot geen vertier. Achteraf blijken dan die plaatsen waar je eigenlijk tegen wil en dank terecht komt de meest memorabele. Zo kwamen we de dag voordat we Schotland bereikten in Yorkshire Dales. Het gebied waar de televisieserie James Herriot is opgenomen. Het ultieme Engelse heuvellandschap met die natuurstenen muurtjes langs de kronkelende weggetjes die hier en daar stijgingspercentages van boven de twintig procent hadden. We hadden voor die dag een hostel uitgekozen dat we redelijk vroeg in de middag bereikten en dat, naar bleek, in een duf gat lag. Het volgende hostel lag zo’n vijftig kilometer verderop en we besloten om de reis te vervolgen. 

Nou, als het eerste hostel al in een gat lag… We kwamen volledig in the middle of nowhere terecht, net buiten het plaatsje Aysgarth. We namen dat deze keer maar op de koop toe. Naast het hostel lag in ieder geval een hotel met pub, dus we konden eten en een afzakkertje nemen. In totaal waren er die nacht vijf gasten in het hostel, terwijl we gewend waren dat dit er vaak zo rond de twintig waren. Met sommige gasten uit andere hostels hebben we geanimeerde gesprekken gehad, maar ook niet meer dan dat. Maar omdat er verder toch niets was, waren deze bewuste avond alle hostelgasten in de hotelbar te vinden. Het werd een zeer aangenaam gebeuren, helemaal toen later op de avond de plaatselijke rugbyclub na een wedstrijd nog even kwam naborrelen in die hotelbar. Wat hebben we achteraf gigantisch veel plezier gehad op die avond daar in een noordelijk uithoekje van Engeland. Ik had het niet willen missen!


De volgende dag werd de Schotse grens gepasseerd en was dus eigenlijk ons uiteindelijke reisdoel bereikt. We zijn kalmpjes langs de kust en door de Highlands gereden en hebben ons leven gewaagd met een riskante picknick bij Loch Ness. Ja, er zal maar één of ander beest in zo’n meer wonen dat op de geur van cup a soup afkomt en denkt: “Hé, die mannetjes zijn ook niet mager. Daar zit voor mij nog wel een lekker stukkie vlees aan.” Tsja, je weet het maar nooit…



Waar Schotland bekend om staat is natuurlijk whisky. En nou gaf ik op dat moment nog helemaal niks om whisky, maar Bert was een echte liefhebber. En omdat we toch in Schotland waren stond een bezoek aan een whisky distilleerderij hoog op zijn agenda. Ik vond dit geen enkel probleem, want de romantiek van de whisky heeft mij wel altijd aangesproken. De mooie goudbruine kleur, de geur en dan nippend bij een knapperend haardvuur. Het enige probleem was dat ik het niet lekker vond. En ook al had het mij helemaal niks gezegd, dan nog had ik Bert dit uitstapje natuurlijk van harte gegund.

We kwamen terecht bij The Edradour. Aangeduid als The smallest whisky distillery of ScotlandWe kregen een rondleiding van een ventje van rond de twintig in een onvervalste Schotse kilt. Hij kon met zijn authentieke schotse tongval prachtig en enthousiast vertellen over de distillery en whisky in het algemeen. Zo werd ons verteld dat de vaten waarin de whisky bewaard werd, voormalige sherryvaten waren, om de kleur iets donkerder te maken. Maar het deel van zijn verhaal dat me altijd bij is gebleven ging over het graan dat gebruikt werd voor de whisky. Een eindje verderop lag namelijk een kleine boerderij midden in de graanvelden. “De volledige oogst van die boer wordt gebruikt voor onze whisky”, vertelde de gids. “And in return he gets our finished product. No questions asked. He’s a very happy farmer…”



Na afloop van de rondleiding werd ons een glaasje whisky aangeboden. Gezeten op een mooie houten zolder, omringd door heerlijke geuren en met de opgedane indrukken van de rondleiding wist ik zeker dat dit glaasje whisky me wél zou smaken. Maar helaas, ik kon er nog steeds niets lekkers in ontdekken…

Inmiddels is dat veranderd. Hoe het kan weet ik niet, maar ik vind het nu wél een streling voor de tong. Soms denk ik, wat was het leuk geweest als dat glaasje daar bij The Edradour, zo’n glaasje single malt whisky van hoge kwaliteit die je niet vaak krijgt in je leven, wat was het leuk geweest, als die mij toen ook echt had gesmaakt. Maar tegelijkertijd denk ik dan, wat ben ik blij dat ik nu, soms terugdenkend aan het bezoek aan The Edradour en soms gewoon genietend van de geur en warmte van de houtkachel in ons knusse Franse huis, wat ben ik blij dat ik nu wel zo lekker van zo’n glaasje kan genieten!

maandag, juli 21, 2014

Durf klein te dromen

Eén van mijn dromen was om samen met mijn beide zonen Sven Olav en Bram een Alpenetappe in de Tour de France bij te wonen. Eind vorige week was het zover. Donderdag zijn we halverwege de ochtend vertrokken en vrijdagavond om half twaalf waren we weer thuis. Volledig gekookt na een warme dag bij Chamrousse en een lange autorit, maar een geweldige ervaring rijker.


De Alpen doemen voor ons op tussen Lyon en Grenoble.

Als fervent Tourvolger leek hij mij een prachtig avontuur om samen met beide jongens met een tentje naar een Alpenetappe te gaan. Een kleine droom van een sportgekke vader. De afgelopen jaren waren we in deze periode echter vaak op vakantie en daarvoor waren de jongens nog net even te jong. Dit jaar zou het wel kunnen en dus heb ik een tijdje geleden het etappeschema eens bestudeerd. De beste optie leek me de etappe van afgelopen vrijdag naar Chamrousse, grofweg gezegd de berg ten westen van Alpe d'Huez. De weersverwachting was tot begin vorige week nog even een heikel punt, maar zoals vaker werd de weerverwachting iedere dag iets beter, met als resultaat uiteindelijk twee bloedhete dagen.

Nadat ik Chamrousse had uitgekozen als etappe heb ik de beklimming natuurlijk helemaal bestudeerd op Google Maps. In eerste instantie werd ik daar niet bijzonder vrolijk van. Bijna de gehele beklimming tussen de bomen met bijna geen bermen en parkeerplaatsen. Ik hield er dus rekening mee dat we ver van de top en wellicht ver van het parcours een plekje zouden vinden. Niets bleek echter minder waar. We kwamen rond drie uur 's middags via een andere weg Chamrousse binnen rijden en konden toen van boven naar beneden het parcours afrijden totdat we een plekje zouden vinden. Dit bleek veel minder ver van de finish dan verwacht. Voor mijn gevoel was het zo'n vijf kilometer onder de top dat er ineens een ruime plek op een soort parkeerstrook vrij was. Meteen de auto geparkeerd en het tentje opgezet. Ruimte genoeg en ook nog mooi vlak.

Boven en onder: de hekken worden geplaatst. Boven tevens de partytent naast ons.
 


Ons ruime plekkie op een verrassend vlakke ondergrond.

Achteraf bleek het zelfs maar twee kilometer van de finish te zijn. Aan het begin van de avond werden tot tien meter voor ons de dranghekken neergezet en 's nacht werd 150 meter verderop het doek voor de laatste twee kilometer geplaatst. Afgaande op de verhalen die ik over Alpe d'Huez had gehoord, viel de drukte dus eigenlijk enorm mee, maar de sfeer was er niet minder om. Mede door onze buurman, die zichzelf tot ceremoniemeester had gebombardeerd en een partytent had opgezet met vier enorme boxen. Tot half drie 's nachts stond het volume vol open, met de boxen op zo'n drie meter van ons tentje. Bram kreeg er weinig van mee en sliep er dwars doorheen. Sven Olav had iets meer moeite om de slaap te vatten, maar slaagde er uiteindelijk toch in. Zelf heb ik met een pintje in de hand nog een poosje naar dansende Noren en Denen zitten kijken, om tegen middernacht in de tent verder te genieten van de muziek. Ik werd net nog even wakker op het moment dat de gendarmerie voorbij kwam om te vertellen dat het mooi was geweest.

Op vrijdag begonnen we met een lekker ontbijtje, waarbij we even geduld moesten hebben tot de koffie en thee gereed waren. Om het water aan de kook te brengen had ik een op houtskool gestookt kookgevalletje meegenomen dat ik thuis in een schuurtje had gevonden. Dat werkte uitstekend, maar ging in het tempo uit het bouwjaar van het apparaatje. Maar ja, we hadden toch tijd zat en konden ons in de tussentijd alweer vermaken met muziek en alle toeristen die de berg op fietsten. Mooi om te zien was ook dat veel fietsers een enorme boost kregen van de muziek op twee kilometer voor de top. Dat bracht net even weer dat extra stukje moraal en de ceremoniemeester werd hiervoor vaak beloond met een high five.


Enthousiastelingen proberen zelf de berg te bedwingen. Aangemoedigd door de ceremoniemeester...

Op zo'n berg gaat de dag snel voorbij. Ook Bram had het geweldig naar zijn zin als niet echte wielerliefhebber. Voor hem is de reclamekaravaan nog steeds het hoogtepunt van een touretappe en in dit geval kwam daar het gezellige uitstapje bij. Hij vermaakte zich dus opperbest en werd meteen al bij aanvang van de karavaan verrast met een bolletjesshirt. Blijkbaar was sponsor Carrefour er alles aan gelegen om iedereen op de laatste klim in een bolletjesshirt te krijgen, want in plaats van het traditionele gooien van shirtjes kreeg iedereen persoonlijk één uitgereikt. Doordat er alleen nog kindermaten over waren, viste ik echter achter het net. Dat dan weer wel. ;)

De bus van Giant Shimano.

Twee jongens blij met hun bolletjestruien.

De tourkaravaan mag natuurlijk niet ontbreken.

Vervolgens kwam de karavaan in rap tempo voorbij en was onze oogst redelijk. Wat je allemaal met het gevangen spul kunt, moeten we het maar niet over hebben, maar het gaat een beetje om de kick om zoveel mogelijk prulletjes te verzamelen. Aan het einde van de reclamekaravaan weet je dat het nog ongeveer een uur duurt voordat de renners voorbij komen en dan voel je overal om je heen de spanning toenemen. Zelf heb ik snel even de tent afgebroken, zodat we na de koers meteen weer op pad konden. Waarbij we overigens het geluk hadden dat we net niet achter de dranghekken terecht waren gekomen, want dan zouden we moeten wachten tot de organisatie de hekken zou hebben verwijderd en zou het nachtwerk worden om thuis te komen.

Het moment was dus bijna daar. Geluiden bereikten ons dat ze op 8 kilometer onder de top zouden zitten, vervolgens op 6 kilometer. Via de Franse tourradio iets verderop hoorden we dat Ten Dam ten aanval trok, maar blijkbaar zat er ook nog weer iets voor en uiteindelijk begrepen we dat Nibali alleen op kop lag. En dan ineens is dat moment daar. De helikopter recht boven ons, steeds meer auto's met tourclaxon's en vervolgens de motoren en auto's met een eenzame renner in het geel er tussenin. Niet ver daarachter twee renners, dan weer twee en dan komen er niet veel later drie man door de bocht met de achterste in een Belkin shirtje. Iets dichterbij zie ik ontegenzeggelijk de baard van Ten Dam. Mooi man, wat gun ik hem dit! Zal Bauke er vlak achter zitten? Yep, als Ten Dam uit zicht is, komt het volgende groepje door de bocht met weer een Belkin-renner. Als je de koers achteraf analyseert blijkt dit groepje met Mollema het overgebleven peloton te zijn. Alles wat ervoor fietst is ontsnapt en alles wat erachter fietst is gelost. Maar goed, daar had ik op dat moment geen weet van en bovendien... who cares?

Het clubje Richie Porte en Steven Kruijswijk.

De meesterknecht van Nibali, Lieuwe Westra.

Perrig Quemeneur

Nibali blijkt tot de finish vol te hebben gehouden, Ten Dam wordt achtste en Mollema schuift een plaatsje op in het klassement ten koste van Richie Porte. Dat is het verdict van Chamrousse, zou De Mart zeggen. Ondertussen blijven er kleine plukjes renners aan ons voorbij trekken, waarbij Bram Tankink bijna het publiek inreed toen hij iemand in een oranje shirt zag. Die zal hij toch wel meer zien, lijkt me, maar misschien dat op dit stukje, waar het even iets minder steil was en het doek van de laatste twee kilometer te zien was, een mooi moment voor de Tank was om even wat grappen en grollen uit te halen, want tien meter verder begon hij met andere supporters te lullen. Het duurde vervolgens nog een flinke tijd alvorens de twee gevormde bussen voorbij kwamen en daar nog weer achter Marcel Kittel met enkele ploegmaats. Met een Cofidis renner net voor de bezemwagen, was zo'n drie kwartier na Nibali ook de laatste renner voorbij.

Vrij vlot konden wij iets later de berg afdalen met slechts een klein beetje oponthoud in de laatste drie kilometer. Vervolgens ging het vlotjes richting Grenoble en daarna Lyon. Via de nieuwe tolweg tussen Lyon en Balbigny waren we rond tienen in Roanne waar deze vader deed wat hij moet doen als hij met zijn beide zonen op stap is: even happen bij de McDo. Het was op dat moment nog 23° en dus konden we heerlijk op het terras nagenieten van ons super gezellige uitstapje. Nog wel even een McFlurry en daarna weer naar huis, waar mama de laatste beklimming voor ons had opgenomen. Snel even spoelen naar het punt waar wij stonden en ja hoor, we waren duidelijk herkenbaar in beeld. Dat wil zeggen, bij de zevende keer het beeld stop zetten zag ik mezelf ineens en ik wist dat de bolletjestrui naast me van Sven Olav moest zijn en dat de mouw daarnaast van Bram  moest zijn...

Wat de jongens en mijzelf betreft is het een begin van een traditie, maar dat hangt er vanaf of het de komende jaren te plannen is. Onder het motto van niets moet en alles mag, zullen we niet nalaten om als de gelegenheid zich voordoet dit uitstapje vaker te doen. Voor 2016 staat er overigens ook al een ander uitstapje in de agenda. Een wedstrijd van Oranje op het EK, oftewel de volgende kleine droom. Als ze in St. Etienne of Lyon spelen, is de wedstrijd snel gekozen en anders moeten we iets verder reizen... 

maandag, februari 17, 2014

Genieten van het vroege voorjaar en het late najaar in Midden-Frankrijk

Vandaag kunnen voor de eerste keer dit jaar een dag noteren die al een beetje het weggestopte lentegevoel voorzichtig tevoorschijn probeert te toveren. Het is niet dat we nog ingesneeuwd zaten of bevroren waren, want we hebben natuurlijk een veel te zachte winter gehad, maar tegelijkertijd ook veel te nat en als het droog en zonnig was, dan was daar toch een iets te gure wind. Maar vandaag is het anders. De zon die schijnt, het is een graadje of 14 en het voelt aangenaam.


Dat doet toch iets met een mens. De voorbode van de lente. Het is natuurlijk een cliché, maar cliché's zijn nu eenmaal cliché's omdat ze waar zijn. Na de donkere herfst- en wintermaanden weer die eerste tekenen van het voorjaar. En dan te bedenken dat ik helemaal niet iemand ben die een hekel heeft aan de herfst en de winter. Als de zomer voorbij is en de avonden weer langer worden, heerlijk bij de houtkachel met een kopje koffie of een lekker glaasje. Daar kan ik ook intens van genieten. Maar die eerste lentedagen… Ja, daar kijk ik toch naar uit als de jaarwisseling weer achter de rug is.

Voor ons is het helemaal mooi meegenomen is dat je juist in de vroege lente in Midden-Frankrijk het verschil met het weer in Nederland het meeste merkt. Gemiddeld is het hier zo’n vier tot vijf graden warmer dan in Noord-Nederland en dat merk je in het vroege voorjaar en in het late najaar. Het verschil tussen vijftien graden en twintig graden (zover zijn we vandaag dus nog niet) voelt vele malen groter dan vijf graden verschil als het gewoon koud is of als het gewoon warm is. En als je dan in de winter net weer een beetje zuurtjes hebt geconstateerd dat het weer in de Auvergne niet bijster veel verschilt met dat in Nederland, dan zijn die eerste voorjaarsdagen extra lekker. Want als je van Nederland naar waar dan ook in Frankrijk verhuist, wil je op z’n minst toch het gevoel hebben van dat Nederlandse kwakkelweer verlost te zijn.

Gelukkig hebben we hier inderdaad beter weer gevonden. Naast mijn liefdesverklaring aan het vroege voorjaar wil ik daarbij nog een liefdesverklaring afgeven en wel aan de maand oktober. Tsjonge, wat ben ik hier in Frankrijk van de maand oktober gaan houden. En niet om dat reeds gememoreerde glaasje bij de houtkachel, want dat is in oktober namelijk nog niet aan de orde. Dat komt zo in de tweede week van november ergens. In oktober is het hier namelijk nog gewoon nazomer. Pak ‘m beet zo’n 22 graden en bijna elke dag een blauwe lucht met een zonnetje. Lekker in de tuin aan het werk of vissen bij ons meertje. In ieder geval nog veel buiten bezig in een ideale temperatuur. En dan in het weekend tussen dat buiten werken door lekker in de zon een kopje koffie. Je hoeft niet voor de zon te vluchten, maar je zoekt hem lekker op.

Jammer alleen dat oktober, hoe lekker ook, gevolgd wordt door de herfst en de winter. En dat is hem nou net het verschil. Pas op, er komt weer een cliché... Die eerste zonnestralen die de lente aankondigen zijn een voorbode van een nieuw jaargetijde met meer zon en meer warmte en meer kleur en fleur en alles wat de lente zo verrukkelijk maakt. Ach ja, het is het aloude liedje over de lente, maar ó zo waar en ó zo lekker…

dinsdag, februari 04, 2014

Jim Beam, Jack Daniel en Johnny Walker waren met z’n drieën aan het vissen

Al wel tien jaar, als het niet langer is, loop ik met het idee om een mop te verzinnen die begint met de zin ‘Jim Beam, Jack Daniel en Johnny Walker waren met z’n drieën aan het vissen’. Ik was, vanaf het moment dat me dit te binnen schoot, ervan overtuigd dat dit een prachtig gegeven voor een mop is. Meer dan tien jaar na het verzinnen van de openingszin van een mop moet ik helaas bekennen dat het me nog nooit gelukt is om er een goeie mop van te maken.

Soms schiet de openingszin me weer eens te binnen en dan probeer ik er een leuke clou bij te bedenken. Ik had al eens bedacht dat één van de drie uit het bootje zou vallen en dat je dan whisky-soda zou krijgen, maar dat vind ik toch niet sterk genoeg. Nee, pure whisky is veel sterker. Kijk, nu komen we al ergens. Zo in combinatie met deze zin er achteraan vind ik het al wel redelijk grappig, maar je kunt natuurlijk geen mop vertellen en dan na afloop zeggen ‘ik vind deze mop niet zo sterk, pure whisky is sterker’.

Misschien kan dat juist weer wel. Het is alleen wel heel erg verwarrend omdat men het niet gewend is. Het zou dus als het ware taboedoorbrekend zijn en dat zou natuurlijk wel weer fantastisch zijn. Maar, waar het op neerkomt is dat ik het dan toch nog steeds niet de steengoeie mop vind die zo’n mooie openingszin verdient. Hij moet nog veel beter kunnen.


En dus zit ik eraan te denken dat ze gaan vissen in een roeibootje op een meer in Schotland en dat zou dan vanzelfsprekend Loch Ness kunnen zijn. Dat één van hen beet heeft en het blijkt Nessie te zijn en dat ze vervolgens in een Schotse pub over hun vangst vertellen en iedereen hen verwijt dat ze te diep in het glaasje hebben gekeken. Mwoah, best een grappig verhaal, maar geen mop.

Er moet een knaller van een clou inzitten of misschien een flauwe clou maar dan wel een heel lang verhaal dat verwachtingen opwekt en dat hilarisch is om naar te luisteren. In dat laatste geval zou het bij uitstek geschikt zijn om te vertellen tijdens het borrelen. Dan zouden er al een paar goede moppen verteld moeten zijn en alleen al het gegeven dat iemand begint met de zin ‘Jim Beam, Jack Daniel en Johnny Walker waren met z’n drieën aan het vissen’ zou dan al gelach moeten opleveren. Dan zou er niet eens een clou bij hoeven en is het gewoon klaar met die ene zin.

Maar ja, ik herinner me een spelletje dat we als kind wel eens op verjaardagen deden en dat tegenwoordig ook wel eens op TV voorbijkomt, waarbij iemand iets in het oor van zijn buurman of buurvrouw moet fluisteren en die weer in het oor van de volgende en dat de laatste dan moest vertellen wat de eerste gezegd had. Daar klopt nooit ene biet van. Zie het dus maar voor elkaar te krijgen om een mop de wereld in te sturen en erbij te vertellen dat je hem alleen kunt vertellen na een paar goeie borrels en na een paar andere echt sterke moppen. Dat zal bij de eerste twee die hem verder vertellen wellicht nog lukken, maar dan houdt het snel op en dan heb je straks twee blondjes bij de Lidl, waarvan de ene tegen de andere zegt ‘Jim Beam, Jack Daniel en Johnny Walker waren met z’n drieën aan het vissen’ en dat die andere dan zegt ‘nou en’ en dat die eerste weer zegt ‘dat was een mop’ en dat die tweede zegt ‘nou dat vind ik geen mop, kan er niet om lachen’. Een beetje Edgar van Debiteuren-Crediteuren die een mop van Jos wil navertellen.

Nee, het moet meer zijn. Dat Jack Daniel op een gegeven moment Johnny Walker per ongeluk met een roeispaan tegen de kop slaat en dat Walker zegt ‘Die Jack Daniel, daar krijg je alleen maar koppijn van’, vind ik nog steeds niet sterk genoeg. En een mop is zo slecht als de zwakste episode, dus om hetgeen ik tot nu toe gevonden heb te combineren wordt ook niet wat. Dat er dus één overboord slaat, dat er één Nessie aan de haak slaat en dat er één de ander voor de kop slaat met een roeispaan. Misschien dat die gast van Daniel dan Nessie wel voor de kop kan slaan, dat het daar iets leuker van wordt. Nee, het is hem nog steeds niet...


Voorlopig ben ik dus nog steeds niet veel verder en gezien het feit dat ik die openingszin al meer dan tien jaar geleden bedacht heb zal het er misschien ook wel nooit van komen. Misschien kan ik er dan in ieder geval nog wel een keer een leuk verhaaltje over schrijven. Als als iemand zich geroepen voelt het op te pakken, dan ben ik graag de eerste die het resultaat hoort. Of wellicht heeft iemand suggesties. In dat geval, schiet maar!